Inhoud van deze pagina
Thema 'Hoe was het toen?
Om u een beeld te kunnen schetsen hoe een keuzebord gekoppeld kan worden aan een thema vind u op deze pagina uitgewerkt het thema 'Hoe was het toen?'
Algemeen
Thema: Hoe was het toen?
Groep: ½
Themakeuze
1. Verantwoording
We hebben dit thema gekozen omdat ....???
Het thema geeft de mogelijkheid:
-
Het gehele activiteitengebied volop in de belangstelling te brengen;
-
De kinderen concerte handvatten te geven om zichzelf voor te stellen hoe het leven er vroeger uit zag.
Daarnaast levert het onderwerp voldoende op voor de andere activiteitengebieden
2. Betekenissen van kinderen
-
Expirementeren met materialen
-
Plezier hebben in / zich vrij voeln in het zich uiten
-
Hoe was het vroeger bij opa en oma
-
Wat voor speelgoed hadden ze vroeger
-
Foto's van vroeger en nu bekijken
2. Bedoelingen van dit thema
-
Het stimuleren van de creativiteit
-
Het werken aan tijdsbesef
-
Oefenen van de fijne motoriek
-
Uitbreiden woordenschat
-
Oefenen met rekenen
-
Spel (taal)
3. Thema en inhouden
De winkel
Het museum
De schoolklas
Tijdlijn-stamboom
Wegen-geld rekenen-tellen
Schrijven (naamkaartjes)
Oude technieken (handvaardigheid)
Liedjes van vroeger
Wandkaarten:woordkaarten/landkaarten/e.d.
Kaarten maken / mailen
Samen spelen en samen werken
Communiceren en taal
Motorische vaardigheden
Woorden en begrippen
Sociale vaardigheden
Geschreven en gedrukte taal
Brainstorm
We starten de themaplanning met een brainstorm - waar denkt u aan bij dit thema? U kunt kiezen voor een brede brainstorm als eerste stap en daarna een meer specifieke. Bijvoorbeeld: u schrijft eerst op wat u allemaal bedenkt bij voeding en daarna maakt u het specifieker voor het thema: de bakker. U kunt er ook voor kiezen om meteen het concrete thema te pakken.
Brainstorm: Ik denk aan….
Opa en oma, papa en mama, stamboom, tijdsbalk, verschil vroeger en nu, school vroeger, gebruiksvoorwerpen, boerderij van vroeger, winkel van vroeger, museum, de molen, ouder spelletjes, vervoer, kleding, eten en drinken, speelgoed
Startactiviteiten
Startactiviteiten voorwerpen: voorwerpen meenemen en erover vertellen
Startactiviteiten met illustraties: oude foto’s
Startactiviteiten met teksten en boeken: boeken/verhalen vertellen
Startactiviteiten met een videofragment: oude filmpjes bekijken
Startactiviteiten met eigen ervaringen: eigen verhalen vertellen, opa’s en oma’s komen vertellen over vroeger
Startactiviteit de wereld in: bezoeken van het Eicha museum in Bergeijk, en het Streekmuseum.
Startactiviteit een probleemstelling oproepen: project Overgisteren, vragen beantwoorden van de vragenmuur, voorwerp: wat zou dit zijn en waarvoor werd het gebruikt?
Uitstapjes
Bezoek musea;
-
Eicha museum Bergeijk
-
Streekmuseum Eersel
Evaluatie
Aan het eind van een thema blik je altijd even terug. Je gaat kijken of je een antwoord kunt geven op deze vragen:
-
Inhouden. Welke thema-inhouden zijn goed uit de verf gekomen en welke minder?
-
Betekenissen van de kinderen. Welke activiteiten vonden de kinderen interessant en geslaagd?
-
Doelen. Welke brede en specifieke doelen zijn gerealiseerd?
-
Wat neem je mee naar het volgende thema?
Differentiatie
Bij het thema wordt ook gedifferentieerd. Ik heb gekozen voor convergente differentiatie tijdens kringactiviteiten omdat hierbij de kinderen die zwakker zijn toch zo lang mogelijk meedoen met de klas, waardoor ze profiteren van de instructie en de interactie in de groep. De groep blijft zo dus meer bij elkaar. Tijdens de spel-/werklestijd kan er wel op divergente manier worden gedifferentieerd omdat de kinderen hierbij allemaal apart van elkaar aan de slag kunnen. Als leerkracht moet je dan dus goed in de gaten hebben op welk niveau de leerlingen zitten. Zo kan je kinderen die zwakker zijn meer instructie geven of een makkelijkere opdracht, en kinderen die juist hoger op niveau zitten meer uitdaging bieden door moeilijkere werkbladen aan te bieden, deze kinderen zelfstandig aan de slag te laten gaan en zelfs ooit meerdere taken laten maken.
(Kerpel, 2014)
Veelvoorkomende problemen bij kleuters zijn bijvoorbeeld het niet beheersen van fijne motoriek, de motiviatie en het blijven concentreren op een taak. Om rekening te houden met de fijne motoriek kan je iets gemakkelijkere taken geven, zoals het schrijven met stift in plaats van met potlood. De motivatie kan je stimuleren door taken aan te bieden waarin de kinderen zelf geïnteresseerd zijn. Dit doe je dus door de kinderen zelf te laten kiezen bij het keuzebord. Doordat de leerling het idee heeft dat hij zelf iets heeft mogen kiezen zal hij/zij gemotiveerder zijn. En de concentratie kan je versterken door bepaalde kinderen niet bij elkaar te zetten, ze in een rustigere hoek te zetten, of ze te laten wisselen tussen taken zodat ze niet continue met hetzelfde bezig zijn.